‘s Ochtends als mijn wekker gaat stap ik uit bed. Mijn vrouw vindt dat gek. Zij drukt minstens twee keer op de snooze knop en heeft ruim de tijd nodig om wakker te worden alvorens zij op staat. Nu zou ik natuurlijk ook wat langer kunnen blijven liggen en twee keer op die snooze knop kunnen drukken, maar als ik wakker ben kijk ik uit naar de dag die voor me ligt en wil ik er gewoon aan beginnen. Of mijn vrouw zou zich met pijn en moeite iedere dag direct uit bed kunnen slepen. Maar een pretje zal het voor haar nooit worden.

Heeft zij (of ik?) nu een neurologische afwijking of gewoon een ander ritme?
We komen overigens allebei op tijd voor onze afspraken.

Als we samen uit eten gaan, wil zij graag naar een mediterraans restaurant, terwijl mijn voorkeur uitgaat naar de Thai. Nu zou ik natuurlijk uit liefde voor mijn vrouw voortaan met haar een mediterraans restaurant kunnen bezoeken, maar eerlijk is eerlijk, ik zou de Thai steeds meer gaan missen. Of mijn vrouw zou zichzelf het plezier van een Grieks of Italiaans restaurant kunnen ontzeggen en vanaf nu af aan mij volgen naar de Thai. Ook bij haar zal de lol van het samen uit eten gaan een stuk minder worden als we haar favoriete restaurants niet meer zouden bezoeken.

Heeft zij (of ik?) nu een neurologische afwijking of gewoon een andere smaak?

Is het verkeerd om andere voorkeuren te hebben of maakt juist de diversiteit van ritmes, smaken en voorkeuren ons tot wie en wat we zijn? En moet je werken aan dat wat anders is? Of mag je het laten voor wat het is. Of misschien zelfs stimuleren?

Als je bij de voetbaltraining een hele goede linkspoot blijkt te hebben, forceren we je dan toch om met rechts te schieten? Of maken we gebruik van en focussen we op de aanleg die je van nature bij je hebt en wordt je een flitsende linksbuiten?

Als jouw voorkeur ligt bij het schrijven met je linkerhand, dwingen we je dan om toch met rechts te schrijven, ondanks dat je dan misschien niet zo’n duidelijk of mooi handschrift ontwikkelt? Of stimuleren we het gebruik van je linkerhand en blijk je niet alleen goed te kunnen schrijven maar ook nog eens prachtige tekeningen te kunnen maken?

Als het beter bij je past om vanuit een totaalbeeld te leren, verplichten we je dan toch om stap-voor-stap te leren, ondanks dat je dan niet je talenten kunt benutten?

Als het voor een kind makkelijker is om woordbeelden op te slaan, blijven we dan bij de basis toch hameren op het toepassen van al die spellingsregels? Of moedigen we deze kinderen aan om gebruik te maken van hun talent om woordbeelden (en tafels en andere informatie) in beelden op te slaan en geven we deze kinderen de ruimte om hun creatieve ontdekkingen te delen met de rest van de wereld?

Vorige week sprak ik een enthousiaste directeur van een Pabo na afloop van een lezing over de Kernvisie methode. Hij is er voorstander van dat studenten kennis maken met andere methoden en daarover in discussie gaan met elkaar.

Het zo gesloten bolwerk van het onderwijs breekt langzaam open en de zon schijnt.

 

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.


Klik op de voorbeeldknop om jouw bijdrage te controleren op fouten, daarna kan je de code uit de afbeelding (deze verschijnt automatisch) invoeren en op de verzendknop klikken.