Ik liep door de mooie straten van Montparnasse in Parijs. In een van de winkeltjes ontdekte ik een memory spel. Alle plaatjes waren van schilders.

De bedoeling van dit spel is het vinden van twee dezelfde plaatjes. Pas dan mag je de plaatjes uit het spel nemen en houden. Wie de meeste koppels heeft wint. Dit vraagt een goed geheugen, omdat de plaatjes omgedraaid liggen en wanneer de plaatjes niet matchen, zij weer teruggedraaid moeten worden.

Al spelend valt op dat kinderen dit spel veel beter beheersen dan de meeste volwassenen.
Dit bevestigt de gedachte dat kinderen van nature meer gebruikmaken van hun rechterhersenhelft. In de rechterhersenhelft wordt de visuele herinnering vastgelegd. Een mens wordt geboren met uitsluitend activiteit in de rechterhersenhelft en in een proces tot gemiddeld het tiende levensjaar wordt geleidelijk de linkerhersenhelft erbij betrokken. Dit betekent dat kinderen meer dan volwassenen hun visuele aanleg gebruiken en daardoor in hun hoofd de situatie kunnen vastleggen. Hierdoor zullen zij veel beter scoren in het memory spel.

Bijna 35% van de kinderen maken hun rechterhersenhelft tot hun favoriet en gebruiken deze bij voorkeur. Zij leren dus visueel. Wat zou dat betekenen voor hun leren en automatiseren?