Afgelopen week was ik bij een bespreking in Beilen. Het doel van de bijeenkomst was het bespreken van de resultatenmatrix in de jeugdhulpverlening en de WMO. Er waren veel zorgaanbieders aanwezig. Allemaal mensen die stuk voor stuk passie hebben voor het werk wat ze doen, met maar één doel en dat is de ander helpen.

Als je hulp verleent is het belangrijk dat je ook afspreekt welke resultaten (hoofdresultaten en subresultaten) je wilt behalen. Dat vind ik vanzelfsprekend, want als je ergens mee start is het belangrijk om ook het commitment te hebben om resultaat te behalen. Dat geldt zowel voor de zorgverlener, als voor degene die de zorg ontvangt. Daarnaast is het voor de gemeente, de geldverstrekker, van wezenlijk belang dat het geld op de juiste manier besteed wordt. Alleen de wijze waarop de zorgverlener zijn cliënt benadert is een volledig andere, dan hoe de geldverstrekker er tegenaan kijkt.

Naast mij zat een man die een zorginstituut vertegenwoordigde. Hij vertelde dat hij zo vastliep in de bureaucratie van de faciliterende gemeenten. Hij vertelde dat hij bij gezinnen binnenkomt en in een oogopslag ziet wat er aan de hand is, wat hij in moet zetten en hoe hij het aan moet pakken en eigenlijk dus meteen aan de slag zou kunnen. Maar voor het zover is, gaan twee net afgestudeerde dames in een vier uur (!) durend een gesprek met de cliënt eerst de situatie inventariseren.

Uiteindelijk resulteert dat in een uitgebreide rapportage die zes weken later gepresenteerd wordt: een formele beschrijving van wat er allemaal plaatsvindt en wat er zou moeten gebeuren. Maar als het gaat om hulp bieden, dan gaat het niet om formele beschrijvingen maar om precies kijken op welke manier hulp zo effectief mogelijk kan zijn en hoe het beste resultaat gerealiseerd kan worden. En bovenal, starten als de hulpvraag daar is.

Wat hij deed is eigenlijk de situatie op zijn gevoel beschouwen en hij wist vanuit zijn ervaring precies wat er gebeuren moest. Maar eerst gaat iemand heel verstandelijk de zaken nog een keer opnieuw bekijken. Zijn gevoel, noem het intuïtie, geeft eigenlijk de oplossing al aan, maar men vindt dat het rationeel beschreven moet worden.

Het gevoel is zó belangrijk in de zorgverlening en het sluit niet aan op de rationele benadering van onze maatschappij.

De zorgverlener kan intuïtief en rationeel tegen een situatie aankijken, terwijl de geldverstrekker er alleen rationeel tegenaan kan kijken. Als de hulpverlener niet goed kan verwoorden wat hij intuïtief heeft geconcludeerd, kan een verschil van inzicht ontstaan. Desalniettemin is het de zorgverlener die uiteindelijk het resultaat moet bereiken. En dat is volgens mij het grootste struikelblok in de huidige zorg.

De vakman die in een oogopslag ziet hoe de situatie is en welke interventie(s) hij moet inzetten, wordt ingeperkt door mensen die er niet voldoende verstand van hebben en alles noodgedwongen in kaders proberen te vangen. Dit om de schijnzekerheid te creëren, dat men het hele proces onder controle heeft.

 

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.


Klik op de voorbeeldknop om jouw bijdrage te controleren op fouten, daarna kan je de code uit de afbeelding (deze verschijnt automatisch) invoeren en op de verzendknop klikken.